De mensen van TRIADO: Marten Düring
VIDEO | In de interviewserie 'De mensen van TRIADO' komen betrokkenen bij het project Tribunaalarchieven als digitale onderzoeksfaciliteit aan het woord. Ze vertellen over hun expertise en rol in het project. Maar ook over hun verwachtingen en het belang van TRIADO. In deze eerste aflevering: Marten Düring, onderzoeker bij het Luxembourg Centre for Contemporary and Digital History (C2DH) met een expertise in sociale netwerkanalyses.
De mensen van TRIADO: Marian Hellema
In de interviewserie 'De mensen van TRIADO' komen betrokkenen bij het project Tribunaalarchieven als digitale onderzoeksfaciliteit aan het woord. Ze vertellen over hun expertise en rol in het project. Maar ook over hun verwachtingen en het belang van TRIADO. In deze tweede aflevering: Marian Hellema, zelfstandig ICT-erfgoedspecialist.
De mensen van TRIADO: Rutger van Koert
In de interviewserie 'De mensen van TRIADO' komen betrokkenen bij het project Tribunaalarchieven als digitale onderzoeksfaciliteit aan het woord. Ze vertellen over hun expertise en rol in het project. Maar ook over hun verwachtingen en het belang van TRIADO. In deze vierde aflevering: Rutger van Koert, software ontwikkelaar bij de afdeling Digital Infrastructure van het Humanities Cluster (KNAW).
De mensen van TRIADO: Edwin Klijn
VIDEO | In de interviewserie 'De mensen van TRIADO' komen betrokkenen bij het project Tribunaalarchieven als digitale onderzoeksfaciliteit aan het woord. Ze vertellen over hun expertise en rol in het project. Maar ook over hun verwachtingen en het belang van TRIADO. In deze vijfde aflevering: Edwin Klijn, programmamanager van Netwerk Oorlogsbronnen en projectleider van TRIADO.
Binnen TRIADO wordt gebruik gemaakt van stukken uit het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging. Uit het bijna vier kilometer strekkende archief wordt een steekproef genomen, waarmee de technieken en methoden voor digitale ontsluiting worden ontwikkeld. Anne stelde vanuit het Nationaal Archief de steekproef samen: "Er is voor gekozen een steekproef samen te stellen die de geografische spreiding van de dossiers over Nederland goed weergeeft. Om deze manier kunnen eventuele regionale verschillen naar boven komen".
Een representatieve steekproef
Voor het eerste deel van de steekproef is ervoor gekozen van elke serie persoonsdossiers bij een opsporingsdienst één dossier te selecteren. Dit bleken er in totaal honderd te zijn, doordat sommige opsporingsdiensten meerdere series met dossiers hebben aangelegd. Uit de inventaris is bij deze series vervolgens random een inventarisnummer gekozen. In dit inventarisnummer is het eerste dossier gepakt. Van het dossier werd vervolgens de verdachte vastgesteld, om vervolgens de overige aanwezige dossiers over deze persoon op te zoeken. In totaal leverde deze wijze van steekproeftrekking 217 dossiers op en 1,2 meter archiefmateriaal.
Voor het tweede deel van de steekproef is een andere insteek gekozen. Een deel van de dossiers heeft een eigen inventarisnummer en in een database is vastgelegd over wie het dossier gaat. Dit gaat om de dossiers van de rechtsprekende instanties. Deze instanties zaten verspreid over het land en geven daarom ook een geografische spreiding weer. Nadat is vastgesteld hoeveel dossiers per instantie aanwezig zijn, is naar rato een aantal dossiers geselecteerd om uiteindelijk op een steekproef van 1204 dossier en circa 12,6 meter uit te komen.